
“Ik heb nachtenlang zitten huilen” – Gert Verhulst over het verlies van de beste vriend van zijn gezin: “Ik had al een slecht voorgevoel”
Het begon niet met
paniek.
Niet met een dramatisch moment waarop alles ineens
kantelde.
Maar met een gevoel dat zich langzaam vastzette en niet meer
losliet.

“Je probeert jezelf gerust te stellen,” vertelt Gert Verhulst nu, terugkijkend op de laatste weken met Leo, de bouvier die jarenlang een vaste waarde was in zijn leven. “Je denkt: het zal wel meevallen. Maar diep vanbinnen wist ik dat er iets niet klopte. Dat gevoel bleef knagen.”
Een trouwe metgezel die alles meemaakte
Leo was veel meer dan een hond. Hij was er in goede tijden, in drukke periodes, in momenten van thuiskomen na lange werkdagen. Zonder woorden, zonder oordeel. Gewoon aanwezig. Zoals alleen dieren dat kunnen zijn.
“Hij hoorde bij ons gezin,” zegt Gert. “Niet als accessoire, niet als ‘huisdier’, maar als iemand die meeleefde. Je merkt dat pas echt als het anders wordt.”
Het begon met kleine signalen. Leo dronk opvallend veel water. Dat viel op, maar onderzoeken leverden in eerste instantie niets zorgwekkends op. Bloedwaarden leken in orde, alarmsignalen bleven uit. Voor de buitenwereld was er weinig reden tot ongerustheid.
Maar voor Gert voelde het anders.
“Je kent je dier,” legt hij uit. “Je ziet hoe hij normaal kijkt, beweegt, reageert. En plots is die sprankel weg. Hij was rustiger, minder aanwezig. Alsof er iets uitdoofde.”

Wanneer twijfel omslaat in zekerheid
De echte omslag kwam toen de klieren in Leo’s nek zichtbaar begonnen te veranderen. Ze zwollen op en werden hard. Dat moment liet weinig ruimte meer voor ontkenning.
“Toen wist ik: dit is niet zomaar ouderdom,” zegt Gert. “Dit is serieus.”
Verdere onderzoeken volgden en brachten het nieuws waar niemand op hoopt: lymfeklierkanker, en al verder gevorderd dan aanvankelijk gedacht. Het was een diagnose die niet alleen het dier raakte, maar het hele gezin.
“Je hoofd gaat meteen malen,” vertelt Gert. “Wat kunnen we doen? Wat is nog zinvol? Wat is eerlijk tegenover hem?”

De moeilijkste vraag
Er lag een optie op tafel: chemotherapie. Misschien zou het wat tijd opleveren. Misschien een paar maanden. Maar die tijd zou gepaard gaan met behandelingen, vermoeidheid, bijwerkingen en onzekerheid.
“Dat is het moment waarop je jezelf moet aankijken,” zegt Gert. “Doe je dit voor hem, of vooral voor jezelf omdat je nog niet kunt loslaten?”
Samen met Ellen Callebout nam hij de beslissing die geen enkele dierenliefhebber wil nemen. Niet omdat er geen liefde was, maar juist omdat die liefde zo groot was.
“We zagen dat hij eigenlijk al op was,” vertelt Gert. “Dan moet je durven zeggen: genoeg. Niet omdat je hem opgeeft, maar omdat je hem spaart.”
Een sprankje hoop – en toch
Met ondersteunende medicatie leefde Leo nog even op. Zijn blik werd iets helderder, zijn aanwezigheid iets sterker. Het was genoeg om hoop te voelen. Misschien nog wat tijd samen. Misschien toch nog een ommekeer.

Maar die hoop bleek fragiel.
“Het ging snel,” zegt Gert zacht. “Sneller dan je wilt. En sneller dan je mentaal kunt bijhouden.”
De achteruitgang zette door. De momenten van opleving werden korter, de vermoeidheid groter. Leo’s levenslust nam zichtbaar af. Op dat punt werd duidelijk dat uitstel geen cadeau meer was.
Het afscheid dat geen afscheid mocht heten
Die avond moest Gert werken. Ellen ging alleen met Leo. Een detail dat het moment nog zwaarder maakte.
“Toen hij in de auto stapte, wist ik het,” vertelt Gert. “Je weet het zonder dat iemand iets zegt. Dat moment vergeet je nooit.”
Hij hield Leo nog vast. Langer dan anders. Alsof hij de tijd wilde tegenhouden. Alsof hij met zijn armen kon voorkomen wat onvermijdelijk was.
“Je probeert alles in dat ene moment te stoppen,” zegt hij. “Dankbaarheid. Liefde. Verdriet. Alles tegelijk.”
Toen Ellen later belde om te zeggen dat het rustig was verlopen, brak er iets.
“Ik heb een uur lang gehuild,” vertelt Gert openhartig. “En eerlijk? Dat kwam terug. Nacht na nacht.”

De leegte daarna
Wie nooit zo’n band heeft gehad met een dier, begrijpt het misschien niet. Maar voor wie het wel kent, is het verlies tastbaar. Het is de stilte in huis. Het ontbreken van een vast ritme. Het gemis van een aanwezigheid die altijd vanzelfsprekend was.
“Je komt thuis en verwacht hem,” zegt Gert. “En dan besef je weer: hij is er niet meer. Dat doet pijn. Elke keer opnieuw.”
Leo was een constante. In een leven dat vaak hectisch is, vol deadlines, opnames en verplichtingen, was hij rust. Een anker.
“Hij was er altijd,” zegt Gert. “En ineens is dat weg. Dat laat een leegte achter die je niet kunt uitleggen.”
Herkenning bij anderen
Na Gerts openhartige woorden stroomden de reacties binnen. Duizenden mensen deelden hun eigen ervaringen. Hun eigen verdriet. Hun eigen afscheid.

Mensen schreven over honden, katten, paarden. Over dat ene moment waarop je weet dat je moet loslaten. Over schuldgevoel, twijfel en rouw.
“Het is zo herkenbaar,” schrijven velen. “Je doet het uit liefde, maar het doet verschrikkelijk veel pijn.”
Verdriet mag bestaan
Sommigen vragen zich af of zulke emoties wel publiek gedeeld moeten worden. Of het niet te persoonlijk is. Gert twijfelt daar niet over.
“Verdriet is verdriet,” zegt hij. “Dat maakt geen onderscheid. Niet tussen mensen en dieren. Niet tussen bekend of onbekend.”
Voor hem is het delen geen vorm van aandacht zoeken, maar erkenning geven aan iets wat veel mensen voelen, maar soms wegduwen.
“Als dit iemand helpt zich minder alleen te voelen, dan is dat goed,” zegt hij. “Want dit soort verlies verdient erkenning.”

Een plek die blijft
Leo is er niet meer, maar zijn plek blijft. In herinneringen. In routines die even zoeken zijn. In het hart van een gezin dat hem niet zal vergeten.
“Hij was deel van ons leven,” besluit Gert. “En dat blijft hij. Ook nu.”
Soms begint verdriet niet met
paniek.
Niet met drama.
Maar met een gevoel dat je niet van je af kunt schudden.
En soms zegt dat alles.



