“Mijn lichaam kende geen seconde rust” – Rudy Morren na zware hersenoperatie door Parkinson: “Ik was er klaar voor”
Zeven jaar vechten zonder pauze
Jarenlang leefde Rudy op wilskracht. Mensen in zijn omgeving zagen iemand die bleef functioneren, bleef creëren, bleef praten. Wat ze minder zagen, was de prijs die hij daarvoor betaalde. Elke dag was een gevecht. Elk optreden, elk gesprek, elke verplaatsing vergde energie die hij eigenlijk niet meer had.
Volgens mensen dicht bij hem kwam hij op een punt waarop zelfs de dingen die hem altijd overeind hielden, te zwaar werden. Zijn lichaam protesteerde steeds harder, terwijl zijn hoofd bleef aandringen om door te gaan.
“Het ergste was niet dat ik pijn had,” zegt Rudy. “Het ergste was dat ik geen moment meer had waarop ik even mezelf kon zijn, zonder strijd.”

Het moment waarop alles te zwaar werd
Wat Rudy vandaag zo openlijk benoemt, is iets waar weinig mensen graag over spreken. Er kwam een moment waarop hij zich afvroeg hoe lang dit nog zin had. Niet uit drama, niet uit impulsiviteit, maar uit pure uitputting.
“Ik heb tegen dokters gezegd: als dit mijn eindstation is, dan hoeft het voor mij niet meer,” zegt hij zonder omwegen.
Het zijn woorden die hard aankomen. Ze tonen geen d00dswens, maar een grens. De grens van wat een mens kan dragen wanneer het lijden uitzichtloos lijkt. Rudy benadrukt dat hij niet d00d wilde, maar dat hij zo niet verder kon leven.
“Ik was er klaar voor,” zegt hij. “Niet omdat ik weg wilde, maar omdat ik geen perspectief meer voelde.”