
Jens Dendoncker weigert één ding te doen bij The Masked Singer: ´Worden ze niet blij van´
Jens Dendoncker is nu voor het derde jaar op rij het gezicht van The Masked Singer op VTM. Hij nam het stokje over van Niels Destadsbader, die terugkeerde naar de openbare omroep. In een gesprek met Primo geeft Jens toe dat de overstap destijds behoorlijk wat stress met zich meebracht. “In het begin had ik daar echt stress over,” zegt hij. “Niels is in mijn generatie zowat de ultieme publieksfavoriet: perfect voorkomen, charmant, helemaal af.” Gelukkig benadrukt Jens dat hun aanpak totaal verschillend is. “Hij is de elegante vakman, ik ben meer de vreemde vogel met een ruw kantje,” voegt hij lachend toe.

Geen interesse in zingen in ‘The Masked Singer’
In het interview wordt Jens gevraagd of hij zelf ooit de uitdaging zou aangaan om in één van de pakken te kruipen, wat een belangrijk onderdeel van het showconcept is. Jens hoeft daar niet lang over na te denken: “Nee hoor, zingen is allesbehalve mijn sterke punt,” zegt hij met zijn typische zelfspot.

“Mijn zangkunsten zijn… laat ons zeggen: niet voor publiek bedoeld,” grapt hij. Volgens Jens zou het voor de speurders meer een straf dan een hint zijn als hij zou zingen, en het publiek zou er allesbehalve blij mee zijn.

Muzikale collega’s, maar geen zangtalent zelf
Hoewel veel van zijn collega-comedians verrassend muzikaal blijken te zijn — denk aan Michael Van Peel, Bart Cannaerts en Henk Rijckaert — is Jens duidelijk de uitzondering.

“Maar ik ben duidelijk de uitzondering. Muziek zit gewoon niet in mijn systeem,” zegt hij met een knipoog. Het lijkt erop dat Jens, hoewel hij een van de populairste gezichten van de show is, niet snel te vinden zal zijn in een van de kostuums.

Conclusie: Jens blijft bij zijn sterkte: humor
Jens Dendoncker blijft trouw aan zijn eigen stijl en kiest ervoor om zich te concentreren op wat hij het beste kan: humor. Zijn zelfspot en openhartige benadering zorgen ervoor dat hij als presentator van The Masked Singer blijft uitblinken, ook al houdt hij het zingen liever aan anderen over.



