Deze grap is echt hilarisch – lees helemaal tot op het einde om eens goed te lachen

Toen kleine Johnny een teleurstellend cijfer op zijn wiskundetoets kreeg, was dat reden genoeg voor zijn leraar om zijn vader te bellen. Johnny’s slechte prestatie bracht de leraar ertoe extra hulp van thuis in te schakelen.

Geconfronteerd met deze onaangename verrassing, kwam Johnny met een opmerkelijke verklaring voor zijn prestatie: de vermeende inconsistentie van zijn leraar.

Met een mix van verbazing en amusement vroeg zijn vader om meer details over deze beschuldiging. Johnny, nooit verlegen om een uitleg, legde het in detail uit: “Je moet me begrijpen, pap.

Op maandag zei mijn leraar dat 3+5 gelijk is aan 8. Maar de volgende dag gaf ze een compleet ander voorbeeld en beweerde ze dat 4+4 ook gelijk is aan 8, en de dag daarna stond ze erop dat 6+2 ook gelijk is aan 8.”

Met een zelfverzekerde blik en een vleugje sarcasme concludeerde Johnny: “Als mijn leraar elke dag van mening verandert over wat acht is, hoe kan ik dan het juiste antwoord weten?”

Deze humoristische, maar onthullende anekdote van Johnny werpt niet alleen vragen op over zijn wiskundelessen, maar benadrukt ook een breder onderwijsthema: de essentiële behoefte aan duidelijkheid en consistentie in het onderwijs.

Het verhaal laat zien dat Johnny’s klas meer lijkt op een dagelijkse gok dan op een gestructureerde educatieve ervaring.